Dat is de vraag waar gemeenten nu hun hoofd over breken. Feitelijk gaat het daarbij om de volgende vraag: “Vanaf welke omvang van (de belastingen die) de mantelzorg (met zich meebrengt) is het opportuun om een urgentieverklaring te verlenen? Of juridisch geformuleerd: Wanneer kan van de ontvanger of verlener van mantelzorg redelijkerwijs niet meer verwacht worden dat hij of zij, gelet op de omvang van de mantelzorg, in zijn huidige woning blijft wonen?
Wilt u als gemeente de urgentieregeling (blijven) gebruiken dan dient u dit aan te passen voor 1 juli 2015.
De huisvestigingswet 2014 is per 1 januari 2015 in werking getreden en maakt het mogelijk voor gemeenten om in te grijpen in de woonruimteverdeling en samenstelling van de woonruimtevoorraad. Gemeenten kunnen dit doen ter bestrijding van de onevenwichtige en onrechtvaardige gevolgen van schaarste aan goedkope woonruimte. Alleen als er sprake is van schaarste die leidt tot onevenwichtige en onrechtvaardige effecten, kan van dit instrumentarium gebruik worden gemaakt. Met andere woorden: er moet sprake zijn van verdringing van kwetsbare groepen als gevolg van de schaarste. Dit laatste geldt niet voor de urgentieregeling daarvoor hoeft geen schaarste te zijn op de woningmarkt. Gemeenten zijn vrij om urgentie categorieën te bepalen. De gemeente schrijft een drietal verplichte urgentiecategorieën voor.
- woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang voor personen die hun woning hebben moeten verlaten in verband met relationele problemen of geweld;
- woningzoekenden die mantelzorg verlenen of ontvangen; en
- de vergunninghouders
MasterMeester helpt u bij het maken van de afwegingen die je als gemeente kunt maken bij het al dan niet gebruik maken van de huisvestingsverordening en urgentieregeling en formuleert samen met u het uitvoeringbeleid en de bijbehorende werkprocessen. Deze laten wij aansluiten bij uw gemeentelijke huisvesting- en zorgbeleid. Heeft u vragen of ondersteuning nodig in de vorm van training of advies neem dan contact met ons op.
